Ik wilde op mijn manier afscheid nemen van mijn collega. Zij had besloten om eerder te stoppen met leven en liet een mooie dochter van 13 achter. Haar keuze maakte dat al mijn grondvesten schudden. Ik was boos, bang, ontzet, overstuur, verdrietig en alles tegelijk toen ik het meer en meer tot me door liet dringen.
Het enige bankje in de kapel van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in Maastricht was bezet. Tussen de honderden brandende kaarsen was er bijna geen plek voor de twee die ik aan wilde steken. Toen ik ze toch kwijt kon en ze had ontstoken, was het bankje ineens leeg en kon ik gaan zitten. Naast mij kwam aan mijn rechterkant een vrouw en een man zitten en aan mijn linkerkant een oude man.
Ik opende mijn hart voor mijn collega en haar dochter en moest huilen. De vrouw aan mijn rechterkant begon zachtjes te neuriën. Het waren troostende geluiden, als tegen een baby. Toen brak ik van binnen en huilde met harde halen en snikken. Ik liet het maar gaan, samen met al mijn schaamte en snot. Het was toch niet te stoppen. De oude man aan mijn linkerkant begon hardop te bidden, terwijl de vrouw aan mijn rechterkant bleef neuriën met haar handen op haar hart.
Zo hebben we gezeten. Een half uur lang. De oude man hardop biddend, de vrouw troostend neuriënd en ik in het midden hard huilend. Geen van de drie is opgestaan en weggegaan.
Toen ik al mijn tranen had uitgehuild en rustig werd, stonden ze alle drie op en liepen weg. Ik keek de vrouw nog na en zij keek terug. Ik bedankte haar. Ze kwam naar me toe, pakte me vast, zei dat ik een mooi mens was en kuste me op mijn wang. En toen waren ze weg. Ik bleef achter, op adem komend. Nieuwe mensen kwamen naast mij zitten en gingen weer om plaats te maken voor anderen.
Toen ik naar mijn auto liep om terug naar huis te gaan, was ik zeer, zeer onder de indruk van wat gebeurd was in de kapel. Deze mensen waren er echt voor mij geweest. Totaal onbekende mensen hadden de moeite genomen om mij te troosten en bij me te blijven. Wat een prachtige daad van medemenselijkheid.
Dank, dank, dank daarvoor… Ik ben diep ontroerd.