Ze vond het niet prettig wanneer mensen dicht bij haar wilden komen. Vooral met mensen in haar directe omgeving, zoals haar man, kinderen en vrienden, had zij moeite.

In haar werk was dit niet zo moeilijk. Ze was wijkverpleegkundige en professioneel kon zij heel dicht bij mensen komen. Ze kon haar patiënten makkelijk troosten, aanraken en bemoedigen.

Maar thuis? Thuis hield ze liever iedereen op afstand. Daar was ze op haar hoede. Ze vond het niet fijn om geknuffeld te worden en zelf te knuffelen. Ze verzorgde haar man en kinderen goed, daar kon niemand iets van zeggen, het huis zag er netjes uit en het eten stond elke dag op tafel. Maar ze liet niemand dichtbij zich komen. Niemand wist wat ze echt dacht en hoe zij zich echt voelde. Ze droeg prachtige ‘maskers’ van vrolijkheid en kracht, maar achter haar muurtjes was het heel anders. Daar voelde ze zich eenzaam en vaak verdrietig.

Ze kwam bij me omdat ze niet gelukkig was, zo vertelde ze. Ze was bang dat ze niet in staat was om echt te houden van een ander. Ze durfde de ander eigenlijk niet dichtbij te laten komen, omdat ze heel vaak gekwetst was in haar leven. Ze vond zichzelf geen goede echtgenote voor haar man en overwoog bij hem weg te gaan.

In het begin van de individuele therapie was zij niet in staat om een stap naar mij toe te zetten. Ze keek liever de kat uit de boom en was liever de toeschouwer dan de hoofdrolspeler. Na een tijdje kon ze naast me zitten op de bank. In het begin nog heel erg alert en op haar hoede met gedachten als: “Wat wil zij van me?” “Wat is de bedoeling?” “Doe ik het goed?” “Zeg ik nu het goede?” “Kom ik goed over?” “Stink ik niet?” etc. etc.

Ze leerde door te gaan voelen wat er bij haar van binnen gebeurde, om daar woorden aan te geven. Zo ging ze steeds vaker en makkelijker herkennen wanneer ze zich gespannen voelde in contact met de ander. Ze leerde dat ze iemand was die tijd nodig had om te wennen. Om te wennen was het voor haar ook nodig dat de ander rustig was en ontspannen bleef. Zo leerde zij om eerlijk te worden over haar binnenkant en haar gevoelens in woorden uit te drukken. In het begin tegen een vriendin, maar later ook bij haar man en tegen haar kinderen.

Vorige week vertelde ze me dat ze nu een hechtere band met haar man ervaart, door hem vaker te vertellen wat er binnenin haar gebeurt. Dit maakt haar heel erg blij. Hij mag al iets dichterbij komen en mocht haar zelfs ook even vasthouden.